Haartransplantatie achterhoofd – FAQ
Het achterhoofd is bij een haartransplantatie meestal het gebied waaruit de grafts geëxtraheerd worden. De haren in de haarkrans hebben andere genetische eigenschappen, waardoor ze ongevoelig zijn voor het mannelijke dihydrotestosteron dat alopecia androgenetica veroorzaakt. Als het haar van je achterhoofd is uitgevallen, is een haartransplantatie waarschijnlijk niet meer mogelijk.
Uit een gezonde haarkrans kunnen ongeveer 5.000 haarzakjes geoogst worden, zonder dat je hoofdhuid hierdoor meer opvalt. Laat je meer grafts oogsten of wordt de haarkrans op een andere manier overbelast, dan loop je risico op kale plekken.
Nee, moderne behandeltechnieken laten vrijwel geen zichtbare littekens achter. Om het risico op littekens te beperken, blijf je na de ingreep van de huid af en krab je korstjes niet open. Wacht tot de korstjes vanzelf van de huid afvallen.
Nee, in sommige gevallen kan er gewerkt worden met haar afkomstig van de borst en/of rug. Vooral bij een wimper- of wenkbrauwtransplantatie kan hiervoor gekozen worden.
Haartransplantaties waarbij artsen werken met de FUT- of FUE-techniek, verplaatsen de haarzakjes vanuit het donorgebied. Het geëxtraheerde haar groeit niet terug. In geval van een HST-haartransplantatie blijft het donorgebied beter intact en wordt het minder belast, waardoor haargroei in zowel het donor- als het transplantatiegebied mogelijk is.
Als je eerder een FUT-haartransplantatie hebt laten doen en daar een litteken aan hebt over gehouden, kun je dit later met een FUE- of HST-haartransplantatie laten verbeteren. Uiteraard heb je wel voldoende donorhaar nodig voor een mooi resultaat.
Als het achterhoofd alleen als donorgebied gebruikt is, is hier naderhand nauwelijks iets van te zien. De eerste dagen na de ingreep laat je de huid met rust, zodat deze kan herstellen. Voorkom dat de haarkrans overmatig wordt belast en spreek hier van tevoren met de arts over. Deze kan je voorbeelden laten zien van eerder toegepaste haartransplantaties.
Ja, het donorgebied wordt net als de ontvangstgebieden plaatselijk verdoofd. Je voelt geen pijn tijdens de operatie. Napijn is beperkt en kan met een pijnstiller bestreden worden.
Voor de haartransplantatie kom je bij de arts voor een consult. De arts kijkt naar het donorgebied en de omvang van de ontvangstgebieden. Het kan zijn dat een arts ziet dat het beschikbare donorhaar te weinig is om een natuurlijk resultaat te behalen. In dat geval kan een alternatieve behandeling voorgesteld worden.
Ja, de haren die achterblijven gedragen zich zoals eerder. Hetzelfde geldt voor de haren die vanuit het donorgebied getransplanteerd zijn. De unieke eigenschappen blijven behouden, waardoor je blijvend nieuwe haargroei hebt op de uitgedunde plaatsen.